Het voldoen aan de zzp-eisen van de wet DBA betekent niet automatisch dat een zzp-er ondernemer is.
De criteria van de wet DBA zijn anders dan de criteria om te bepalen of iemand ondernemer voor de inkomstenbelasting is.
Bij de wet DBA gaat het er om het soort arbeidsrelatie tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer bij die ene opdracht vast te stellen. Bij het bepalen of een zzp-er ondernemer is voor de inkomstenbelasting draait het om meer dan die ene samenwerking.
Buiten dienstbetrekking wil zeggen dat er geen sprake van loondienst of een zogenaamde fictieve dienstbetrekking is. Als gevolg daarvan weet een opdrachtgever momenteel zeker dat hij geen loonheffingen hoeft af te dragen en geen naheffingen van de Belastingdienst krijgt.
Om te beoordelen of iemand ondernemer is, wordt iemands totale werksituatie bekeken.
De Belastingdienst kijkt om te bepalen of een zzp-er als ondernemer in de zin van de IB aangemerkt kan worden naar zaken als:
- Declareert de zpp-er onder eigen naam en AGB-code?
- Loopt hij daadwerkelijk debiteurenrisico?
- Werft hij actief opdrachten?
- Investeert hij in materiële zin?
- Wordt hij tijdelijk ingehuurd in verband met een bijzondere situatie?
Aan hoe meer kenmerken een zzp-er voldoet, hoe steviger hij bij de beoordeling staat.
Zie deze pagina van de belastingdienst voor nadere informatie.
Vindt de Belastingdienst dat een zzp-er niet voldoet aan de voorwaarden voor het ondernemerschap, dan wordt het inkomen niet beschouwd als ‘Winst uit onderneming’ maar als ‘Resultaat uit overige werkzaamheden’. In dat geval gelden andere, minder gunstige belastingregels en -tarieven.
Op de website van de Belastingdienst staat een tool om te checken of je als zzp-er als ondernemer voor de inkomstenbelasting wordt aangemerkt.