Op 7 november jl. schreef Annemiek van Rijn een bijdrage op LinkedIn met de titel “Tien reacties op sollicitaties die een klein gaatje in je ziel prikken”. Deze bijdrage en gaat over (tien categorieën van) afwijzingen die zij binnen heeft gekregen vanuit werving en selectie – recruitment – bureaus. Annemiek put daarbij uit een rijke ervaring van meer dan vijftig sollicitatiebrieven die ze heeft geschreven. “En evenveel afwijzingen…” zou ik graag hebben opgeschreven, maar dat is niet correct, want in meerdere gevallen (zo schrijft ze) kwam er in het geheel geen reactie op een brief….
Annemieks bijdrage is een bron van gratis advies voor bureaus die zich begeven op het terrein van werving en selectie.
Via LinkedIn heb ik Annemiek benaderd en gevraagd of ik middels een open brief (deze blog) een reactie mag geven op haar bijdrage. Ik wil dat doen omdat ook wij hier binnen Spijtenburg mee worstelen en er lering uit willen trekken. Dat doe je namelijk met goed advies. Dat mocht. En van die ruimte mag ik graag gebruik maken.
“Beste Annemiek,
Elke sollicitatiebrief voor een functie die je aanspreekt verdient de aandacht. Je hebt immers energie gestoken in de brief, je hebt je ingelezen, je hebt je een voorstelling gemaakt hoe het zou zijn om ‘daar’ te werken. Wat ga je doen, welke mooie kansen liggen achter die horizon? Als ze maar zouden kunnen zien dat jij de beste kandidaat bent. En als je het wordt wat je moet gaan regelen…. Als, als. Tot je een vervelende afstandelijke standaardtekst binnen krijgt die als afwijzing geldt. Een tekst met een gevoelswaarde die haaks staat op de vraag die eerder wel aan jou is gesteld: schrijf een vlammend betoog waarom jij dé kandidaat bent.’
Als werving- en selectiebureau herkennen we de geluiden. Wij proberen altijd gerichte feedback te geven, maar beseffen soms niet altijd dat deze als onpersoonlijk gelezen kán worden. Soms bellen kandidaten op omdat ze meer toelichting willen op de afwijzing. In die gevallen zijn we klaarblijkelijk niet duidelijk genoeg geweest en verdient de kandidaat die ‘extra’ toelichting alsnog.
Ik durf gelukkig wel te stellen dat wij voor de onderkenning van een nog gerichtere feedback je bijdrage niet nodig hebben gehad. We voeren dit gesprek wekelijks. We beseffen dat een afwijzing zelfs meer aandacht zou moeten vragen dan het brengen van een positieve boodschap. Bij een grote respons op een vacature is dat onder tijdsdruk soms best lastig, maar zelfs dat mag geen excuus zijn. Ook dan geldt immers dezelfde intentie en intensiteit vanuit de schrijver van de brief.
Achter elke brief zit een kans, een wens, een droom. Daar moeten we zuinig mee omgaan. Het besef is er. Nu zorgen dat deze te allen tijde ook de prioriteit krijgt die het verdiend, met oog voor de impact van ‘onze’ kandidaat. Een goede feedback als pleister op de wond. Een pleister in plaats van zout.”