Waar 2020 bij aanvang nog een normaal jaar leek te worden – er was wel sprake van een virus, maar dat was aan de andere kant van de wereld, en leek heel even een ‘ver van mijn bed show’ te blijven - veranderde dat al snel. Het werd op meer dan één vlak een enerverend jaar.
Januari, een nieuwe cao én stakingen
Het jaar startte met een nieuwe, akkoord bevonden, cao én stakingen in het primair onderwijs. Een contradictio in terminis? Geenszins, zo bleek. De loonkloof tussen po en vo is nog altijd aanwezig en maakt het basisonderwijs anno 2020 geen aantrekkelijke sector om in te werken.
Eind januari maakte onderwijsminister Arie Slob bekend 9 miljoen euro vrij te maken in de strijd tegen het lerarentekort – geld dat onder meer beschikbaar werd gesteld om zijinstromers te kunnen omscholen en hen minder snel weer kwijt te raken.
Het onderwijs kampt met een tekort van bijna 3000 voltijdsbanen, waarvan 2400 in het po en 500 in het vo. Een tekort dat volgens OCW alleen maar dreigt te groeien. Een tekort dat achterstanden bij leerlingen doet oplopen, aldus docenten van middelbare scholen uit het hele land. Een tekort dat grotere klassen en wachtlijsten in het speciaal onderwijs in de hand werkt. Grotere klassen die juist bij leerlingen die baat hebben bij extra ondersteuning niet zorgen voor aansluiting in het reguliere onderwijs, dreigen nu dus ook voor het speciaal onderwijs. Oftewel, een tekort dat teruggedrongen dient te worden met alle mogelijke inzetbare middelen. Met te weinig reguliere instroom in diverse lerarenopleidingen, zijn zijinstromers een belangrijke bron van ‘vers bloed’.
Leg dat maar eens uit aan degenen die al in de sector werken: wél 9 miljoen voor zijinstromers, maar niet voor het dichten van de kloof tussen po en vo. Stakingen werden onvermijdelijk bevonden en gingen ondanks een cao akkoord dus door.
Het onderwijs, een gevaarlijke plek
Februari kwam, en daarmee een bericht van scholenkoepel iHub over toenemend geweld op scholen. Meer en meer leerlingen dragen vuur- en steekwapens bij zich en zijn ook niet bang daarmee te dreigen of deze daadwerkelijk in te zetten. Nog een maatschappelijk probleem dat het onderwijs raakt.
Om de gevaren in het onderwijs nog extra kracht bij te zetten, kreeg dit jaar nog een extra negatieve dimensie. In oktober werd in Frankrijk de leerkracht Samuel Paty onthoofd op weg naar huis door een achttienjarige man, omdat hij in zijn klas een spotprent van de profeet Mohammed had laten zien. Een gebeurtenis die ook in Nederland voor ontsteltenis zorgde. De aandacht die hieraan werd gegeven, genereerde ook aandacht voor bedreigingen op Nederlandse scholen aan het adres van docenten. Ook zij zijn niet vrij van bedreiging wanneer spotprenten in de klas getoond worden.
Een discussie over vrijheid van meningsuiting en een open dialoog over moeilijke onderwerpen volgde. En niet alleen godsdienst en spotprenten bleken een beladen onderwijs. Ook ‘godsdienst en homoseksualiteit in relatie tot het onderwijs’ kwam in november van dit jaar op de kaart te staan, nadat minister Slob opgemerkt had dat ‘reformatorische scholen ouders van leerlingen een verklaring mogen voorleggen waarin staat dat zij homoseksualiteit afwijzen’. Dat leidde tot verontwaardigde reacties in de kamer en de kamer stemde dan ook in met een motie om een einde te maken aan deze identiteitsverklaring.
De crisis van 2020
Zo zal het vermoedelijk de boeken in gaan ‘de coronacrisis van 2020’. In maart deed het coronavirus zijn intrede in het onderwijs. ‘Kwart scholen ziet leerlingen thuisblijven vanwege het coronavirus’, aldus de AVS op 10 maart. En dat gebeurde. Scholen gingen op slot, thuisonderwijs werd de norm. Dat vergde veel van onderwijzend personeel, van ouders, maar ook van leerlingen en studenten.
Toch was er verdeeldheid over het (gedeeltelijk) heropenen van basisscholen in mei en middelbare scholen in juni. Waar de ene groep het onderwijs graag weer wilde opstarten, vroeg een andere groep zich af of dat veilig was, zolang het virus nog op volle kracht onder ons was.
Toen de deuren net goed en wel weer open waren, volgde het dringende advies tot het dragen van mondkapjes in de openbare ruimtes van middelbare scholen. ‘Een offer’, zo noemden scholieren het wel eens, misschien meer spottend dan serieus. ‘Een succes’, zeiden anderen. Een derde groep noemde het vooral ‘oncomfortabel’ en ‘ongezond’.
Ondanks het advies tot het dragen van een mondkapje sloot een aantal middelbare scholen in oktober de deuren opnieuw door coronabesmettingen. Lastig, want het beperken van lesuitval en leerachterstanden wordt daardoor natuurlijk steeds moeilijker te voorkomen. Hogescholen spelen daarop in door ook dit jaar geen bindend studieadvies te geven. Dat geldt (nog) niet voor het mbo en wo. In het mbo mag wel rekening worden gehouden met individuele situaties en afgeweken worden van het bsa, de impact van coronamaatregelen is zo’n omstandigheid die een opleiding kan doen besluiten geen negatief advies uit te brengen.
Achter de wolken…
Toch heeft de coronatijd ook een positieve draai gegeven aan het onderwijs. Want de opleiding verpleegkunde en de pabo verwelkomden meer studenten dan in jaren daarvoor, de opleiding tot gebarentolk werd populairder door het ‘Irma-effect’ en ook de opleiding tot boa mocht meer inschrijvingen verwerken. De start van het collegejaar verliep wel iets anders dan anders, met online introductieweken en online lessen, maar de maatschappelijk relevante beroepen hebben door de crisis wel meer aandacht gekregen én jongeren getriggerd daar deel van te willen uitmaken. Nu alleen die kloof nog dichten.
Geen saai jaar, en dan komt 2021
Hoewel niemand met zekerheid kan zeggen wat het nieuwe jaar gaat brengen, zijn er natuurlijk ideeën in omloop. Wat gaat 2021 ons brengen? Een nieuwe vorm van leiderschap – meer feminien gedreven én dienend. De vrouwelijke leiders in de wereld hebben het dit jaar goed gedaan: ze blonken uit in hun aanpak van de coronacrisis. Het gevaar van het virus werd niet onderschat, de nodige maatregelen werden genomen en dat gebeurde met een menselijke en empathische inslag. Dienend leiderschap, waarbij het groepsbelang boven het eigen belang staat, kunnen we natuurlijk verder doortrekken. Ook werkgevers zullen in 2021 alles doen voor het grotere geheel: baanbehoud, geduldig en luistervaardig zijn naar werknemers en werknemers de vrijheid geven te werken waar en wanneer zij dat willen. Als zij in het dienend leiderschap ook ‘toekomstbestendig’ willen blijven, zal diversiteit en inclusiviteit op de agenda moeten komen. Niet alleen als bedrijfsbeleid in het personeelshandboek, maar door dit actief uit te dragen én ernaar te handelen. Niet meer alleen blanke heteromannen in de hoofdrol, maar een goede afspiegeling van onze samenleving in alle geledingen.
Het nieuwe werken, tijd- en plaats-onafhankelijk werken, zal in 2021 ook meer vorm krijgen. Een tijdperk van ‘3-2-2’ aldus Harvard professor Ashley Whillans: drie dagen naar kantoor, twee dagen thuis werken en twee dagen vrij. Bedrijven zullen medewerkers waarschijnlijk de optie geven twee of meer dagen per week vanuit huis te werken (indien het werk dat toestaat).
Crises leiden niet alleen tot een herziening van werkgever- en werknemerschap, maar ook tot ondernemerschap. Dat was in de economische crisis van 2008 zo, en dat is in 2020 niet anders gebleken. Vanaf mei dit jaar stijgt het aantal inschrijvingen bij de KvK. Of die trend in 2021 zal doorzetten, is nog even afwachten.
Het onderwijs zal ook meer digitaal worden, en worden aangepast op meer thuisonderwijs. Een voorbeeld daarvan is onder andere het platform ‘Engageli’ van Stanford-professor Daphne Koller en haar man Dan Avida: een interactief onderwijssysteem waarbij leerlingen onder andere in groepjes van twee tot acht kunnen samenwerken gedurende de les creëert een écht gevoel van klassikaal afstandsonderwijs. Helemaal digitaal zal het onderwijs niet worden, en niet iedere vorm van onderwijs leent zich er even goed voor, maar wanneer er wél op afstand onderwijs wordt gegeven, zal dat met meer groepsgevoel gepaard gaan.
Wie durft zijn of haar vooruitblik te geven op 2021?