Eind juni is de Tweede Kamer geïnformeerd over nieuwe regels omtrent het werken met zzp’ers. Het kabinet komt met een concrete uitwerking van drie maatregelen waarmee bescherming wordt geboden aan de onderkant van de arbeidsmarkt, en er ruimte komt voor ondernemers aan de bovenkant. Zo ontstaat er meer duidelijkheid voor opdrachtgevers en zelfstandigen.
Maatregel voor de onderkant van de arbeidsmarkt: Minimumtarief
Ter bescherming van zzp’ers die werkzaam zijn aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt een generiek minimumtarief ingevoerd van € 16,00 (voor 2019). Hierdoor hebben werkenden die aan de onderkant van de arbeidsmarkt zitten de garantie dat zij een tarief ontvangen waarmee zij in hun noodzakelijke levensbehoeften kunnen voorzien.
Het doel van het minimumtarief is om zzp’ers een bepaald inkomen te garanderen. Tegelijkertijd wordt met het minimumtarief het verschil in kosten tussen werknemers en zelfstandigen verkleind. Hierdoor komen opdrachtgevers niet in de verleiding om alleen vanwege het tarief te kiezen voor een zzp’er.
Maatregelen voor de bovenkant van de arbeidsmarkt: Zelfstandigenverklaring
Het voorstel is om de reikwijdte van de eerder in het regeerakkoord afgesproken opt-out uit te breiden naar een zelfstandigenverklaring. Opdrachtgevers worden, mits feitelijk conform de voorwaarden uit de verklaring wordt gewerkt, vrijgesteld van loonheffing en premies voor werknemersverzekeringen (eerdere opt-out). Daarnaast worden zij ook vrijgesteld van loondoorbetalingsverplichting bij ziekte, de nabetaling van pensioenpremies en cao verplichtingen.
Met de zelfstandigenverklaring kan de zzp’er achteraf dus ook geen aanspraak meer maken op loondoorbetaling bij ziekte of de eis dat er een ontslagvergunning moet worden aangevraagd bij beëindiging van het contract.
Voorwaarden
Voor het gebruik van de zelfstandigenverklaring gelden de volgende voorwaarden:
- In de overeenkomst van de opdracht moet opgenomen zijn dat de partijen niet de bedoeling hebben om een arbeidsovereenkomst te sluiten.
- De arbeidsbeloning bedraagt minimaal € 75,- per uur (prijspeil 2019).
- De overeenkomst wordt aangegaan voor maximaal 1 jaar. Er komt een samentelregeling. Dit houd in dat alle werkzaamheden die door de werkende eerder zijn verricht voor dezelfde opdrachtgever, ongeacht de contractvorm, meetellen. Als na afronding van een opdracht minimaal 6 maanden geen werkzaamheden zijn verricht voor die opdrachtgever, start bij aanvang van de werkzaamheden een nieuwe termijn van een jaar.
- De opdrachtgever en de zzp’er ondertekenen beiden de zelfstandigenverklaring.
- De zzp’er moet bij de Kamer van Koophandel ingeschreven staan.
- Als achteraf vastgesteld wordt dat er niet aan de voorwaarden is voldaan, dan is de zelfstandigenverklaring met terugwerkende kracht ongeldig.
Opdrachtgeversverklaring en webmodule
Voor zzp-ers zonder een zelfstandigenverklaring is het vaak onduidelijk in welke gevallen er sprake is van een dienstverband. De regering werkt momenteel aan een webmodule. Aan de hand van een uitgebreide vragenlijst gebaseerd op reeds opgebouwde jurisprudentie, wordt een beoordeling gegeven over de arbeidsrelatie; wel of geen dienstverband.
Wanneer er geen sprake is van een dienstverband dan geeft de webmodule een ‘opdrachtgeversverklaring’ af. Wanneer de webmodule naar waarheid is ingevuld en er wordt ook daadwerkelijk op die manier gewerkt, dan is de opdrachtgever vrijgesteld van de loonheffing, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke Zorgverzekeringswet.
Het werken met een webmodule wordt niet verplicht. Het is een vrijwillig instrument. Op dit moment zit de webmodule nog in een testfase, na de zomer wordt hier meer over bekend gemaakt.
Handhaving per 1 juli 2019
De verwachting is dat de nieuwe wetgeving in januari 2021 in werking treed, de “echte” handhaving is daarmee tot dan uitgesteld.
Er wordt wel gehandhaafd (naheffing en boete) als er sprake is van ‘kwaadwillendheid’. Het begrip kwaadwillend is per 1 juli aangepast.
De drie criteria voor kwaadwillendheid zijn als volgt:
- Er is sprake van een (fictief) dienstverband.
- Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid. Evident wil zeggen dat voor beide partijen duidelijk is dat er eigenlijk sprake is van een dienstverband.
- Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid. Wat meespeelt is of er een oneigenlijk (financieel) voordeel behaald wordt en/of het speelveld op een oneerlijke manier is aangetast.
Verruiming kwaadwillendheid per 1 januari 2020
Vanaf 1 januari 2020 worden de criteria m.b.t. kwaadwillendheid verder aangescherpt en kan de Belastingdienst ook handhaven wanneer een opdrachtgever aanwijzingen van de Belastingdienst niet, of in onvoldoende mate, binnen een redelijke termijn opvolgt.