Mogen we even binnenkomen? Het zijn Els en Pim, ouders van Myrthe uit groep 8. Els ken ik van gezicht, waarschijnlijk van de ouderraad. Pim ken ik van de mail. Pim stuurt al vanaf het begin van mijn aantreden als interim directeur mails. Het onderwerp in deze mails is het vertrouwen in de schoolleiding en keuze van de leerkracht voor hun dochter.
Mijn voorganger heeft in de ogen van Pim en Els verkeerde besluiten genomen. Er is hierdoor onduidelijkheid en schuring ontstaan. Het gevolg is dat zij en in hun ogen, met name hun dochter, emotioneel schade oplopen. Dat is vervelend en zeker niet de bedoeling. Ik heb het stel dan ook vanaf het begin van mijn aantreden uitgenodigd voor een gesprek.
“Natuurlijk mogen jullie binnenkomen”, is mijn antwoord. Wanneer iedereen aan de ovale tafel zit, neem ik het woord. “Goed dat jullie er zijn. Ik ga er vanuit dat jullie hier zijn om met mij in gesprek te gaan over de keuze van de leerkracht voor jullie dochter. Klopt dat?” Els begint te praten.
“Stan, je bent nu 2 maanden aan onze school verbonden. Je hebt 2 maanden de tijd gehad om je te verdiepen in de zorgen die wij bij jou hebben neergelegd. Wij zijn geraakt Stan. Je hebt je niet verdiept in de situatie waarin wij zitten. Hierin bedoel ik de leerkracht van Myrthe. Een leerkracht die de kinderen niet ziet en hen onvoldoende motiveert. Waarom geeft deze leerkracht nog les?”
“Dank je wel Els voor deze uiteenzetting. Ik wil daar graag op reageren”, zeg ik. Jullie beeld rondom de houding en werkwijze van deze leerkracht ligt, zoals ik ernaar kijk, genuanceerder. Dit kan ik zeggen aangezien er de afgelopen weken door mijzelf, een objectieve externe partij en het schoolbestuur grondig onderzoek naar is verricht. Hierover zijn jullie per mail door mij op de hoogte gesteld. Deze leerkracht wint de groep iedere dag meer voor zich. Dat doet deze leerkracht trouwens al jaren. Dat is gebaseerd op informatie uit een zeer recent tevredenheidsonderzoek onder ouders en leerlingen. De leerresultaten zijn goed, de leerlingen, ook Myrthe, zijn bij navraag door de vertrouwenspersoon in school, blij en tevreden. Niets van jullie zorgen over deze leerkracht, wordt bevestigd uit deze onderzoeken.
2 jaar geleden heeft jullie oudste zoon in de groep gezeten bij dezelfde leerkracht. Het schooladvies is toen onderwerp van discussies geweest. Jullie wens was een hoger advies dan de leerkracht uiteindelijk gaf. Dit heeft geleid tot een uitstroom naar een havo/vwo klas. Jullie zoon doet het uitstekend op de havo toch? Zit daar misschien jullie zorg? Zijn jullie bang dat Myrthe geen goed schooladvies krijgt van deze leerkracht? Naar mijn mening is de belangrijkste vraag in deze situatie: hebben jullie voldoende vertrouwen in deze leerkracht en in school? De leerkracht gaat namelijk niet van deze groep af.”
Pim neemt nu het woord. “Stan, voordat je verder gaat met deze, voor ons zeer pijnlijke insinuaties. Ik wil een uitgebreid verslag van dit gesprek en vind je het goed dat we de gesprekken met jou vanaf heden opnemen?” Ik wil iets zeggen over vertrouwen en wtf, maar slik dit in. Ik geef aan dat het verslag er zeker komt. Ik geef ook aan dat het gesprek is afgelopen. Vervolgens adviseer ik Els en Pim op zoek te gaan naar een andere school. Er is onvoldoende vertrouwen vanuit de schoolleiding om verder samen te werken. De leerling verliest!
Gelukkig gaat een groot gedeelte van gesprekken met ouders goed en werken we samen. Daar ligt namelijk de sleutel om tot goed onderwijs te komen en leerlingen te laten floreren tijdens hun schoolloopbaan in het onderwijs.
NOOT: alle namen in het stuk zijn fictief.