Mag ik jullie meenemen in de volgende situatie: Het is dinsdagochtend, 08:00. Bij aankomst op kantoor word je in verschillende talen aangesproken door collega’s. Kort brief je je baas, afkomstig uit een Zuid-Europees land, over het klantcontact met een partij uit Brazilië. Je loopt even binnen bij een nieuwe collega uit China en ondertussen check je of de vlucht naar Milaan op tijd vertrekt.
Klinkt dit als een toekomstige internationale carrière ergens in een metropool? Voor veel afgestudeerden in Nederland is dit al een realiteit; zelfs als ze werkzaam zijn voor een bedrijf in een kleine stad als Breda.
Hier ligt voor scholen een uitdaging, want er moet nog veel gebeuren wil het (hoger) onderwijs de vlucht richting internationalisering halen. Het werkveld globaliseert razendsnel: Werkgevers verwachten van werknemers dat zij kunnen samenwerken met collega’s uit verschillende culturen. Daarnaast vereisen diverse wereldproblematieken nauwe internationale samenwerking.
Een logisch verwachtingspatroon is dat internationalisering van het (hoger) onderwijs de normaalste zaak is om studenten goed voor te bereiden op de realiteit van een steeds verder globaliserende wereld. Echter, vooralsnog heeft internationalisering van het onderwijs in Nederland meer weg van pionierswerk. Dit is opmerkelijk voor een sector die zich in zo’n klein land begeeft.
In mijn gesprekken over dit onderwerp krijg ik vaak de vraag wat er nodig is om een school te internationaliseren. Hieronder stip ik drie aspecten aan die in mijn dagelijkse internationaliseringswerkzaamheden een rol spelen.
1. Internationalisering draait niet om lesgeven in het Engels.
De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over het aanbieden van Engelstalige programma’s in het (hoger) onderwijs om daarmee studenten een internationale studie ervaring te bieden. Echter, Engelstalig onderwijs heeft niets te maken met internationalisering. Als dit wel zo was dan zou iedere opleiding in de Verenigde Staten (het land dat geen officiële taal kent) aan internationalisering doen. Dit is natuurlijk niet het geval.
Kennis van een vreemde taal geeft dan ook geen garantie dat men internationaal succes kan boeken. Iemand kan nog zo goed Frans spreken, maar als die persoon de waarden en gedragingen in Frankrijk niet begrijpt of daar voor openstaat, dan is het onmogelijk om daar succesvol zaken te doen. Bij internationalisering van het onderwijs is het meer van belang dat studenten leren bewust te worden van andere culturele waarden en gedragingen en om te leren daarop in te spelen. Dit brengt ons op het tweede aspect.
2. Een “international classroom” is wederkerig.
Een veelgebruikte term in het (hoger) onderwijs is de “international classroom.” In een international classroom volgen studenten van verschillende nationaliteiten samen een curriculum. Hier wringt vaak de schoen: scholen die studenten uit het buitenland werven vergeten vaak dat dit niet voldoende is om een werkelijke international classroom te hebben. Ze blijven dikwijls steken op de ‘Nederlandse leest’ waardoor studenten en medewerkers, ongeacht waar ze vandaan komen, worden geacht onderwijs te volgen volgens de Nederlandse normen en waarden.
Op deze manier werkt een international classroom niet. Nederlandse studenten leren dan namelijk bijvoorbeeld niet hoe hun klasgenoot uit Indonesië of Duitsland onderwijs ervaart of hoe zij een groepsopdracht benaderen.
Wil een international classroom slagen dan moeten zowel studenten als medewerkers bewust worden gemaakt om relevante cultuur verschillen in de klas en op de werkvloer te herkennen en om daarmee bewust om te gaan. Hiervoor zijn trainingen nodig.
De trainingen die ik hiervoor geef aan personeel en studenten laten zien dat bewustwording van cultuurverschillen een positieve verandering teweeg brengt in hoe men met elkaar omgaat: Het leidt er bijvoorbeeld toe dat een Nederlandse docent minder ‘direct’ is naar studenten uit landen waar het ‘not done’ is om iets in de klas te zeggen. Het heeft ook geleid tot het ontwerpen van toets vormen die passen bij de verschillende culturele achtergronden van de studenten. Op deze manier van wederkerigheid werkt een international classroom zoals die is bedoelt.
Uit ervaring kan ik delen dat cultuur trainingen in eerste instantie tot weerstand leiden wat overigens een goed teken is: Het geeft namelijk aan dat het veranderingsproces om een werkelijke international classroom te faciliteren in gang is gezet.
3. Stel internationaliseringsleeruitkomsten vast.
Internationalisering moet gemonitord worden om scholen te kunnen beoordelen op de mate van succes. Hiervoor zijn leeruitkomsten en beoordelingsinstrumenten nodig voor zowel studenten als personeel. Voor studenten kunnen internationaliseringsuitkomsten worden gekoppeld aan vakken, projecten en stages. Voor medewerkers kunnen dergelijke doelen worden gekoppeld aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling. In mijn eigen ervaring zijn het aantal academies in Nederland die dit doen op één hand te tellen.
Een van de beoordelingsinstrumenten die ik zelf hanteer is de Intercultural Development Inventory (IDI). De IDI is een van de weinige tools in de wereld die werkelijk kunnen meten of iemand in staat is cultuurverschillen te herkennen en hoe die daarmee omgaat.
Bovenstaande zijn slechts een paar aspecten die bij internationalisering een rol spelen. Voor veruit de meeste scholen in Nederland vormt internationalisering vooralsnog een ontbrekende schakel. Ironisch genoeg is het juist internationalisering die er voor kan zorgen dat Nederland op de kaart blijft staan en dat ons onderwijs relevant blijft voor zowel studenten als werkgevers.
Ik hoop met deze korte impressie jullie een inzage te hebben gegeven in het belang van internationalisering van het onderwijs.
Kader tekst:
Dr. Jonathan van Melle studeerde aan 4 universiteiten in 4 verschillende landen en werkte op 3 continenten. Deze ervaringen hebben hem bewust gemaakt van de absolute noodzaak om het onderwijs in Nederland te internationaliseren. Hij heeft zich daarom gespecialiseerd op internationaliseringsgebied om scholen te helpen aansluiting te houden bij de eisen van het globaliserende werkveld en het Ministerie van Onderwijs. Hij kan bereikt worden via: jh.van.melle@gmail.com.