Vicieuze cirkel - flexwerkers in de zorg

Afgelopen week debatteerde de tweede kamer over het arbeidsmarktbeleid in de zorg. Voor dit debat stuurde het ministerie van VWS een tussenrapportage van het onderzoek ‘De realiteit en waarde van flexwerk in de zorg’ naar de tweede kamer. Het gaat om een onderzoek van het CAOP en Kennisland, dat is gehouden onder diverse typen flexwerkers, zowel intern als extern, zzp’ers en uitzendkrachten.

Uit het onderzoek blijkt dat werknemers vaak kiezen om zzp’er te worden omdat ze behoefte hebben aan flexibiliteit die ze in loondienst niet hebben. En dus niet om eenvoudig meer te gaan verdienen. Het totaal aantal flexwerkers is tussen 2010 en 2018 toegenomen tot 179.000, dit is een groei van 7%. Van dit aantal zijn 91.000 zzp’ers, een toename van 49%. Zzp’ers vormen dus een groot deel van de flexwerkers.

Negatief beeld

Het beeld van flexwerkers (in de zorg) is over het algemeen wat negatief, het is namelijk kostbaar. Vaak wordt dan ook gedacht dat werknemers vooral besluiten om zelfstandige te worden zodat ze meer kunnen gaan verdienen. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat iemand uit dienst gaat, om vervolgens tegen een hoger tarief weer te worden ingehuurd. Uit het onderzoek blijkt echter dat er hele andere redenen aan ten grondslag liggen. Zo worden hoge werkdruk, administratieve lasten en vooral flexibiliteit genoemd. Men wil een stuk onafhankelijkheid, een afwisselende werkomgeving en zelf inspraak hebben in de diensten die ze draaien.

Het CAOP stelt echter dat er ook nadelen zijn aan het werken als zelfstandige. Er is minder financiële zekerheid en je hebt geen vaste cliënten en collega’s.

Flexibiliteit

Flexwerkers geven dus aan behoefte te hebben aan flexibiliteit, dit is dan ook een begrip dat vaak in het onderzoek naar voren komt. Deelnemende zorgorganisaties geven aan hier moeite mee te hebben. “Op dit moment worden medewerkers met de wens om meer uren te maken aangetrokken door uitzend- en bemiddelingsbureaus, terwijl zij ook intern ingezet kunnen worden op andere afdelingen. Doordat dit te weinig gebeurt, neemt de interne flexibiliteit af en komt de kwaliteit onder druk te staan, omdat de organisatie onvoldoende flexibel is en zelf weer mensen van buitenaf moet inhuren.”

Daarnaast zetten de organisaties hun vraagtekens bij het daadwerkelijk bestaan van deze behoefte aan flexibiliteit. Zo zouden er voldoende mogelijkheden zijn om flexibel te werken. “Medewerkers in loondienst lijken hier nauwelijks gebruik van de maken. Intern is flexibel werken altijd mogelijk, er is een aantal keer de vraag uitgezet of mensen tijdelijk op een andere afdeling aan de slag wilden gaan, hier kwamen nul reacties op”, stelt een ondervraagde.

Communicatieprobleem

Als er voldoende mogelijkheden zijn tot flexibel werken, is er dan niet sprake van een communicatieprobleem? Dit vragen de onderzoekers zich af. Belangrijk voor een goede communicatie is immers dat wat er gecommuniceerd wordt, ook daadwerkelijk wordt begrepen (en gezien).

De onderzoekers vragen zich dan ook af of de manier van communiceren wel aansluit bij de wensen en de manier waarop medewerkers naar informatie zoeken. Wordt er daarnaast écht flexibiliteit geboden? Zijn de mogelijkheden tot flexibel werken wel interessant genoeg?

Werkdruk

Uit het onderzoek blijkt dat zorgorganisaties vaker noodgedwongen externe, flexibel inzetbare medewerkers inhuren. Op deze manier zorgen zij ervoor dat er voldoende personeel is en de zorg op tijd verleend kan worden. Dit zorgt er weer voor dat de werkdruk voor de vaste medewerkers verlaagd wordt. Ook brengen externe medewerkers nieuwe ideeën met zich mee.

Aan de andere kant kan het ook het geval zijn dat flexwerkers de werkdruk van het vaste personeel juist verhogen. Wanneer de groep vaste medewerkers kleiner wordt, komen zij steeds meer onder druk te staan omdat de vaste taken door hen opgepakt worden. Daarnaast kunnen wisselende medewerkers voor onrust zorgen bij cliënten, dit maakt het werk zwaarder. Tot slot stelt het CAOP dat flexwerkers makkelijker onder avond-, nacht en weekenddiensten uit kunnen komen door simpel over te stappen naar een andere werkgever.

Zo lijken werkdruk, verloop van personeel en externe inhuur nadrukkelijk met elkaar in verband te staan. Een (wrange) vicieuze cirkel?

 

Bron: Skipr

Reageer

Spijtenburg Zorg
Auteur
Spijtenburg Zorg
Publicatiedatum
17-2-2020 15:35
Blijf jij op de hoogte?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en mis niks binnen éen van onze branches!