Het CIBG meldt dat per 1 april alle BIG-geregistreerde zorgverleners hun BIG-nummer actief bekend dienen te maken. Dit komt door een (aanstaande) wijziging in de wet BIG. Deze wijziging moet er enerzijds voor zorgen dat patiënten makkelijker kunnen controleren of een zorgverlener ingeschreven is in het BIG-register. Anderzijds zorgt deze wijziging ervoor dat de zorgverlener makkelijk vindbaar is waardoor deze niet verward kan worden met een naamgenoot binnen hetzelfde beroep.
Wat houdt dit in en waar dient het BIG-nummer te worden vermeld?
Zorgverleners moeten ervoor zorgen dat vanaf 1 april hun BIG-nummer makkelijk en snel gevonden kan worden door patiënten. Dit betekend dat het BIG-nummer vermeld moet worden op iedere plek waar de zorgverlener zijn of haar naam en beroep vermeldt (of die van eventuele ingehuurde zorgverleners). Het CIBG meldt dat in ieder geval uit wordt gegaan van onderstaande plekken:
• Websites en digitale media;
• Briefpapier en e-mailhandtekening;
• Facturen;
• Op bordjes in wachtkamers van praktijken en ziekenhuizen waar de naam van een zorgverlener (BIG-geregistreerd) wordt vermeld.
Waarom deze wijziging en wie gaat het controleren?
Het CIBG noemt transparantie en veiligheid als belangrijke pijlers van de Nederlandse gezondheidszorg. Het controleren of een zorgverlener bevoegd is zijn of haar beroep uit te oefenen draagt hieraan bij. Het actief bekend maken van een BIG-nummer maakt dit makkelijker te controleren voor patiënten. Het CIBG noemt hierbij als reden dat door veel voorkomende achternamen en/of voorletters binnen eenzelfde beroep er verwarring kan ontstaan over wie de zorgverlener precies is. Bij een BIG-nummer is dit niet het geval. Verder meldt het CIBG dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht gaat houden op de naleving van deze verplichting en hierbij een bestuurlijke boete op kan leggen.
KNMG
De KNMG zegt het principe van vermelding van het BIG-nummer te ondersteunen. Ook zij zijn van mening dat het zorgt voor een grotere transparantie en duidelijkheid, en dat het de patiënt zekerheid biedt dat de zorgverlener bevoegd is. Dit draagt bij aan het vertrouwen in de gezondheidszorg.
Anderzijds stelt de KNMG dat de beoogde invoeringsdatum van 1 april niet haalbaar is, omdat het om een omvangrijkere verplichting gaat dan verwacht. Daarbij zeggen zij dat wanneer het gaat om websites, zorgverleners vaak afhankelijk zijn van anderen. Daarnaast vind de KNMG de vermelding op facturen een belastende administratieregel, omdat deze vaak meteen naar de zorgverzekeraar gaan en niet naar de patiënt.
Het CIBG stelt dat het vermelden van BIG-nummers op websites, digitale media en e-mailhandtekeningen eenvoudig geregeld kan worden wanneer het om een BIG-geregistreerde zorgverlener gaat. Zij erkennen dat andere aanpassingen wat meer tijd kunnen kosten en zeggen dat bijvoorbeeld voorbedrukt briefpapier eerst opgebruikt mag worden.
Het KNMG heeft met ondersteuning van 15 vertegenwoordigers van alle beroepen die een BIG-registratie vereisen een brief gestuurd aan Minister van VWS Hugo de Jonge. Hierin stellen zij dat het overal vermelden van een BIG-nummer geen administratieve lasten mag meebrengen.
AMvB
Wanneer de nieuwe wet officieel ingaat, wordt geregeld in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Deze AMvB is echter nog niet gepubliceerd. Zolang dit niet gebeurd staat de datum dus nog niet officieel vast. Feit is wel dat het CIBG de wet zo snel mogelijk wil doorvoeren, het streven hierbij is 1 april.
Bronnen: CIBG en KNMG