1 op de 5 jonge artsen heeft burn-out klachten

In september deelde De Jonge Specialist de resultaten van een enquête, gehouden onder hun achterban bestaande uit a(n)ios, klinisch fysici en chemici in opleiding en ziekenhuisapothekers in opleiding. Hieruit bleek dat één op de vijf respondenten een verhoogde kans heeft op een burn-out. Mede door een te hoge werkdruk, een verstoring van de werk-privé balans en een gebrek aan autonomie. De aanleiding voor dit onderzoek was het feit dat er steeds meer meldingen binnen kwamen bij het AIOS Meldpunt van De Jonge Specialist. Meldingen die voor een groot deel te maken hadden met dienstbelasting, roosters en uitval van a(n)ios.

Als voorbeeld werd er o.a. aangedragen dat er gemiddeld 8 uur in de week wordt overgewerkt (zonder dat daar een compensatie tegenover staat), dat slechts 1 op de 7 ondervraagden regelmatig pauze neemt tijdens het werk en dat slechts 15% van de jonge artsen aan het einde van de werkdag direct naar huis kan. En mocht er onverhoopt dan toch een collega voor een langere tijd uitvallen, wordt daarvoor in 70% van de gevallen ook geen vervanger voor geregeld. Hierdoor wordt de werkdruk op de overgebleven artsen nog groter.

Resultaten zijn zorgelijk en verdienen aandacht

"De afgelopen jaren is er samen met de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband en Federatie Medisch Specialisten veel bereikt op het gebied van arbeidstijden", aldus Vicky Soomers, bestuurslid van De Jonge Specialist. "Uit de enquete blijkt dat deze verbeterslagen in de praktijk nog lang niet altijd worden uitgevoerd. Hierdoor wordt de werkdruk voor jonge dokters veel te hoog, waardoor uitputting en burn-out op de loer liggen. Dat vinden we echt zorgelijk."

Inmiddels heeft ook Minister Bruno Bruins in een Kamerbrief laten weten de resultaten van het rapport van de Jonge Specialist zorgelijk te vinden. "Ik deel de mening dat deze problematiek meer aandacht verdient binnen ziekenhuizen. Waar het gaat om arbeidsomstandigheden zorgt de overheid voor de wettelijke kaders. Deze worden gehandhaafd door de Inspectie SZW. Daarnaast maken sociale partners nadere afspraken in de cao. Het gesprek over werkdruk en hoe dit tegen te gaan en te voorkomen, moet echter vooral binnen organisaties plaats vinden. Alle ziekenhuizen hebben een ondernemingsraad om dit gesprek mogelijk te maken en stappen te zetten. Getuige de uitkomststen van dit onderzoek, is er nog ruimte voor verbetering. Ik ga met de sector in gesprek over welke aanvullende stappen in ziekenhuizen gezet kunnen worden."

Huidige arbeidsmarkt en opleiding

Ook geeft minister Bruins aan dat de huidige arbeidsmarktproblematiek vraagt om meer aandacht voor zorgpersoneel. "Waar het gaat om gespecialiseerd verpleegkundigen en medisch ondersteund personeel, hebben ziekenhuizen de afgelopen jaren te weinig opgeleid. In 2017 begonnen bijna 2.500 aan een vervolgopleiding. Dat was 1.000 meer dan in het jaar ervoor, maar nog steeds 1.000 minder dan geraamd. Om deze reden hebben we met het Hoofdlijnenakkoord Medisch Specialistische Zorg 2019-2022 de aanvullende afspraak gemaakt om in 2021 op te leiden conform de ramingen van het Capaciteitsorgaan."

"Landelijk gezien is er geen tekort aan medisch specialisten. Toch is het in specifieke regio's moeilijk om bepaalde specialisten aan te trekken. Ik richt me op de vraag hoe we de medewerkers zo goed mogelijk kunnen inzetten. Daarnaast richt ik me op het versterken van de mogelijkheden van taakherschikking en beoog ik meer duidelijkheid te geven over de taken van bestaande beroepen."

Bron: De Jonge Specialist

Reageer

Spijtenburg Artsen
Auteur
Spijtenburg Artsen
Publicatiedatum
18-10-2018 13:59
Blijf jij op de hoogte?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en mis niks binnen éen van onze branches!